fbpx

Grafisch woordenboek:

Serif & Sans-Serif

Serif en sans-serif zijn twee hoofdcategorieën van lettertypen (fonts), en het belangrijkste onderscheid tussen hen ligt in het al dan niet hebben van schreven, ook wel “serifs” genoemd. Schreven zijn de streepjes aan het uiteinde van letters. De keuze tussen serif en sans-serif hangt vaak af van het beoogde doel, de context en het gewenste visuele effect. Serif-lettertypen worden soms als meer geschikt beschouwd voor gedrukte tekst, waar de schreven de leesbaarheid zouden kunnen verbeteren door de ogen van de lezer langs de regels te begeleiden. Aan de andere kant worden sans-serif-lettertypen vaak gebruikt voor digitale weergave vanwege hun moderne uitstraling en duidelijke leesbaarheid op schermen van verschillende resoluties. Hier zijn beknopte definities van beide:

1. Serif:

  • Kenmerken: Serif-lettertypen hebben kleine, decoratieve streepjes (schreven) aan het uiteinde van de hoofdlijnen van de letters.
  • Voorbeelden: Times New Roman, Georgia, Garamond.
  • Toepassing: Traditioneel geassocieerd met een formele, klassieke uitstraling. Vaak gebruikt in gedrukte materialen zoals boeken, kranten en tijdschriften.

2. Sans-serif:

  • Kenmerken: Sans-serif-lettertypen hebben geen schreven; de lijnen van de letters eindigen recht en zonder decoratieve toevoegingen.
  • Voorbeelden: Montserrat, Roboto, Arial, Helvetica, Calibri.
  • Toepassing: Over het algemeen beschouwd als modern en strak. Veel gebruikt in digitale media, zoals websites en schermen, vanwege de helderheid op lagere resoluties.

Wil jij weten hoe je deze term in de praktijk kunt inzetten?

Kijk dan eens naar het Adobe DTP Traject. Daarin leer je praktisch werken met Adobe Photoshop, Illustrator en InDesign. Verreweg de meeste cursisten kiezen voor deze cursus omdat ze dan alle offline en online media zelfstandig kunnen realiseren, zonder tussenkomst van een vormgever.